En dan…

Er is een leven waarin ik het mijne niet ben. Waar zij zij is en zij zij mag blijven, voor altijd. Ik hoop dat ze dat ooit zal begrijpen; misschien ooit zelfs samen met mij. De wonderen zijn de wereld niet uit.

De wereld helpt hoegenaamd niet mee.

De wereld is wat de wereld is en draait, ongewild, omdat het een grote steen is, rond een grotere, ietwat warmere (niet letterlijke) steen.

Mijn hoofd is het mijne niet en zij wie mijn gedachten heeft wil ze niet hebben:

ik leef.

Ietwat.

Verder.

Mijn tijd doet haar tijd in de mijne vervagen.

Ik luister naar Japanse ritmes terwijl ik de hare naast de mijne zie verschijnen: ze zijn veel te vrolijk! Naar het muzikale schijnen de Japanners geen melancholie te kennen.

Ik laat haar muziek de Japanse noten vervangen. Ze is warm en alles wat ik daarnet niet was, alles wat ik niet ben, laat me zachtjes wegslippen. Ze rukt alles aan stukken en laat me leger na dan ik ooit had kunnen beseffen.

Fast forward

Je zingt, je bent, je bent mooi, zo mooi, maar, je hoopt, je hoopt dat ik ok ben, je hoopt en: ik ben het niet.

Ik opende en het was niet:

genoeg.

Het zal misschien nooit genoeg zijn. Zal wellicht nooit genoeg zijn.

En, hoezeer ik weet dat alleen gewichten dragen niet baat en verstoppen moeilijker is dan laten zien (you told me so, promised you’d be a home to me), je ziet niet meer, wilt niet meer zien. Mijn fout. Te veel, te laat, je zou me laten roepen en schreeuwen, eerder dat dan tot nooit meer: vaarwel. Je beloofde, je zong.

 Ik wist tijd niet op tijd tijd te laten zijn: mijn fout.

Plaats een reactie

Site gemaakt door WordPress.com.

Omhoog ↑