De lucht is helium geworden, ik ben licht en lijk te zweven
De klaproos en de fles
Eens, de blaadjes gevallen verwordt: onopgemerkt rood in donkerst paars, zwart: onomwonden
Eos
Ik ben Tithonus Voor heel even En laat even, even Een eeuwigheid Worden
zoetzout
Ik zocht, vond steeds en plots niets meer
bekentenis
Ik zie, graag: immer de schaduw en de nimf - bos en bed en grind en rauw - ondanks de schaduw die ik werp
towards nowhere
I tell myself: “be patient, try and calm the fuck down"
En dan…
De wereld is wat de wereld is en draait, ongewild, omdat het een grote steen is, rond een grotere, ietwat warmere (niet letterlijke) steen.