
Wat is hokjesdenken toch zo vreselijk saai en contraproductief. Het viel me onlangs nog maar eens op tijdens het lezen van een thread (I know) op facebook. Op een forum voor Contemporay Classical Music werd door een nieuw lid de vraag gesteld wat dan juist onder hedendaagse klassieke muziek valt. En of invloed van pop, jazz, lichte muziek, … al dan niet mee mag tellen.
Hoewel op het eerste zicht een legitieme vraag kon je de zeker te volgen commentaren met aan Nostradamus grenzende precisie zo voorspellen. Het forum – op het eerste zicht voor het merendeel toch door best hoogopgeleide mensen bevolkt – stelde chat-thread-schatplichtig niet teleur. Of deed het juist wel. Opinions were divided on the matter.
Puristen vind je overal, ook binnen de klassieke wereld. Pop en Jazz des duivels. Het biedt het voordeel van duidelijkheid. Antwoord en wederwoord. Dat grenzen trekken dan misschien wel niet fijn is maar noodzakelijk. Dat grenzen iets voor naties zijn en niets in kunst te zoeken hebben. Dat wie popmuziek kunst vindt zich op het verkeerde forum bevindt en jazz in se niets meer is dan veredelde blues. Wat dan met artiesten zoals een, ik zeg maar iets, Tom Waits die toch wel al eens wat experimenteler uit de hoek durft te komen? Nog steeds tonaal: afserveren. Dus tonale toetsen zijn verboden in hedendaagse…
Een eindeloze discussie die algauw verzandt in beter tegenover slecht en, gezien de op voorhand ingenomen standpunten, zelden met een bevredigende conclusie afgerond wordt. We’ll agree to disagree, en bij de eerstvolgende gelegenheid kan de hele discussie van voren af aan opnieuw beginnen.

Wat mijn persoonlijk standpunt betreft, meh. Het oogt interessant maar vormt een non-discussie. Hedendaagse klassieke muziek kan compleet van de pot gerukt interessant zijn en even goed esthetisch bekoorlijk hersenloos dodend saai. Of daar dan een jazz/pop sausje over gegoten is? Trouwens, en dit geheel terzijde, al die typische jazz akkoorden, kwamen die niet van Ravel? Of Stravinsky’s Petrushka akkoord? Dat maakt jazz dan gewoon een onderdeel van… En hopsa, we zijn weer vertrokken.
Ach, aan het eind van de rit valt over smaken en kleuren nauwelijks te discussiëren. (dat smaken en kleuren statisch zouden zijn wens ik hier formeel te ontkennen).
Adequate bevrediging
Misschien gewoon dit. Muziek, eender welke, dient voor mij drie punten te kunnen raken. Fysiek, emotioneel en cognitief. Wanneer het alle drie deze punten adequaat bevredigt spreken we over een werk dat er, in mijn ogen althans, best mag zijn. Sommige stukken neigen eerder naar de fysieke kant, andere emotioneel en nog andere cognitief. Is het een daarom beter dan het ander? Misschien. Wat het sowieso wel doet is een ander doel dienen.
Dat ik dan hoofdzakelijk naar – al dan niet hedendaagse – klassieke muziek luister wil hoegenaamd niet zeggen dat ik enkel en alleen daarnaar zou luisteren. Laat het uit. Dat ik er nu per toeval naar aan het luisteren ben is in deze puur toeval. Dat dit soort muziek bij mij alle drie de knoppen raakt helpt wel te verstaan waarom.

Maar niet altijd dus. Mensen die me kennen weten dat ik al wel eens wat blues op een gitaar durf te spelen. Geen aangenamer genre om een snaar op te benden. En zo durf ik ook al wel eens op een drum te slaan. Met bijzonder weinig kunde, het moet gezegd, maar met des te meer overgave. Vooral en bovenal erg luid. De rock en metal kant op; of dacht u werkelijk dat ik Ligeti op zou zetten tijdens het stofzuigen van mijn huis? Op Feldman mijn dansschoenen aan zou trekken? Immers – en we zouden het bijna durven vergeten – niet enkel binnen de klassieke muziek zitten mensen die een deftig potje muziek kunnen maken.
Kwali- en kwantiteit
Is het één dan beter dan het ander? Soms. Wie zegt dat er geen slecht geschreven muziek bestaat is ziende blind of potdoof. Er bestaan bakken slechte muziek. Ik zou zo ver durven gaan als te zeggen dat het overgrote merendeel aan voor muziek doorgaande geproduceerde klank je reinste brol is. Meestal – maar zeker niet exclusief – ongeïnspireerde hitparade-bagger of enkel door kilo’s drugs te verdragen beats. Het auditieve equivalent van een twee dagen oude fastfood hamburger. Ze wordt massaal en zonder zelfs maar te slikken gedachteloos geconsumeerd. En een niet onaanzienlijk deel van de wereldbevolking vindt het geweldig. Welnu, het doet hoegenaamd niet te zake. Te vermijden meewarige hautaine blikken daar niet te na gelaten; raakt het wat het raken moet – ook al zou ik in geen honderd jaar kunnen raden wat dat dan wel is – doe dan vooral zo verder. Laat je volledig gaan. De meeste radiozenders zijn in deze zeer meegaand. Sla er mij liefst wel niet publiekelijk mee rond de oren, ik beloof u dezelfde hoffelijkheid (mijn auto heeft erbarmelijke speakers).

Is goed geschreven muziek dan beter dan slecht geschreven muziek? Uiteraard. Maar laat dit uw persoonlijke luisterervaring vooral niet verbrodden. If it rocks your boat, let your boat be rockin’.
Wat dit alles nog te maken heeft met wat dan precies onder de noemer van hedendaagse klassieke muziek valt? U dient me te excuseren, dat zal voor een andere keer moeten zijn, zowat halverwege verloor ik blijkbaar mijn draad.
Geef een reactie