Een laatste keer uit de grachten

maxresdefault-1024x576De laatste kogel floot Hippoliet zo dicht om de oren dat hij er terstond een halve Van Gogh van werd. De allerlaatste voor vandaag. Nog geen halve seconde later, om elf uur stipt, luidden de kerkklokken en werden de wapens neergelegd; voor even maar. Het verdrag was ’s ochtends vroeg reeds getekend maar wat zou het? Er werden er al zoveel getekend, waarom zou het deze keer anders zijn? Sowieso maar voor zesendertig dagen. Duwen dus. Altijd voorwaarts. Tot de laatste seconde. Op naar de linie aan de overkant. Op naar de immer ratelende machinegeweren, fluitende mortiergranaten en bajonet-geëquipeerde andere-kants-soldaten.

Pro patria mori est dikke pret.

Hippoliet was net een spurtje aan het trekken toen hij – halverwege het modderig slagveld – de hele linkerkant van zijn kop voelde schudden, meteen opgloeien, de pas inhield en op zijn knieën viel. Radeloos greep hij naar zijn hoofd. Waar was in hemelsnaam zijn helm gebleven? Zijn handen kwamen felrood in beeld en deden het gloeien in branden veranderen. Uit een dikke streep, van jukbeen tot waar zo-even nog een oor zat, gutste bloed; het jukbeen zelf zo goed als volledig verbrijzeld.

Rondom rond lagen mensen dood of op sterven. Nog even en hij zou ze zo vervoegen. De pijn zou stoppen. De koude ook. Waarna: rust. Eindelijk, rust. Vier jaar geleden was hij zeventien, vandaag zou hij negentig zijn geworden.

pastis_and_sunflowers_by_shaman_art-d3hfypbMet miljoenen reeds waren ze op deze velden gevallen. De grachten uit, het vizier van de overkant binnen, neergemaaid. Opgejaagd door compleet gedateerde veldmaarschalken, tactisch in de vorige eeuw blijven plakken, schijnbaar niet instaat het verschil tussen een mitraillette en musket te herkennen; Pastis aan het heffen, twintig kilometer achter de frontlinies, klagend over het gebrek aan gusto bij de modale soldaat.

Een slachtveld in de meest letterlijke zin van het woord. Hopen bloederig vlees, lukraak op en onder en over elkaar gestapeld. Jong vlees. Prima kwaliteit. Nu enkel nog goed om te rotten, te vergaan en onderweg naar het grote niets wat maden te voeden.

Het bloed stroomde door zijn vingers, langs zijn hals, onder zijn kleren, over zijn hele lijf. Hij had niet gedacht dat hij ooit nog natter zou kunnen worden. Hij plakte enkel met hemoglobine nog aan elkaar. Zijn hele hoofd suisde, voor de rest was het stil. Onaards stil. Geen wind, vogel, obus of kogel. Niks. Traag drong het tot hem door dat hij de stilte kon horen. Door het ruisen door.

Hij wachtte en voelde de pijn op komen. Met de pijn kwam ook de wereld weer tot leven; het geluid alleszins. Ergens ver in de verte viel gedempt geluid te horen, opluchting in de stemmen van doodvermoeide veel te jonge jongens.

Gelukkige geluiden, compleet overstemd door de pijnkreten en het kermen. Honderden, duizenden kelen die om verlossing riepen, baden, schreeuwden; in de stront, de modder en het bloed nodeloos lagen te creperen omdat het symbolisch net wat mooier stond op 11.11.11. en niet op 5.11.11. tijdens het handtekening zetten, bij het ontbijt van de statige heren.

mud

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Site gemaakt door WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: