Omdat het eerste zo goed als af is – de uitgeverij mee, de titel vastgelegd, het artwork binnen, woordjes gezet – en u dat nu ook mag weten, ben ik maar alvast aan boek twee begonnen. Een ander verhaal, dat spreekt, sequels meer iets voor Disney superhelden. Een verhaal waarmee ik wel al iets langer speel finaal op papier aan het proberen te dwingen. Nu goed, een finale (tot nu toe) versie ervan alvast.
Laten we zeggen dat het verhaal losjes gebaseerd is op een opera in liedvorm die ik een paar jaar geleden schreef. Losjes, aangezien elf cryptische Engelstalige teksten en een uur semi-experimentele crossover muziek bezwaarlijk een roman te noemen valt. Wel met dezelfde personages. Zij en nog een paar anderen. Oh, en het verhaal zelf kreeg een update. Dus, eerder vooral dezelfde namen misschien, maar dan zonder de operastemmen. In mijn hoofd houdt het steek. Op papier (daarom nu niet meteen per se hier) tot nu toe ook, U dient me maar op mijn woord te geloven.
U denkt nu misschien, eenmaal hier gekomen, dat ik het nu dan maar over de inhoud ervan ga hebben. Dat was een optie, ja, maar is het desalniettemin (helaas?) niet geworden. Vooreerst dient boek één eerst nog uit te komen – markteconomisch onverstandig en zo’n dingen – en is daar al bitter weinig info over te vinden (komt heus, echt waar, beloofd). En voortwees is die inhoud van dat tweede boek nu ook nog niet helemaal in brons gegoten. Bijna zo goed als, tin, dat wacht op koper.

Neen, er viel me namelijk iets op, zo tijdens het schrijven. Het was eerst niet de bedoeling, alleszins niet bewust, maar werd het nu uiteindelijk (denk ik) wel. Namelijk, het toevoegen van een soundtrack aan de woorden. Dat was, ziet u, namelijk hoegenaamd niet het plan. Het waren twee werelden die ik om de een of andere reden van elkaar zo veel mogelijk gescheiden wilde houden.
Bleek nu, zo rond pagina zesennegentig, de muziek er toch tersluiks ingeslopen. Eerst een weinig, dan iets meer, tot tenslotte het misschien wel belangrijkste hoofdstuk deels een Tom Waits songtekst werd. Half om half, het leek op het lijf geschreven. Gevolgd door enkele klassieke mannen.
Dat hele eerste boek, wil ik nu best melden, heeft omzeggens niks met muziek te maken. Het is geen review, traktaat noch bevat het harmonische citaten. Ze slopen er gewoon in. Onbewust. Vormden een laagje waarop de woorden konden rusten. Het klinkt allemaal best mooi, al zeg ik het zelf, tezamen.
Dat alles zat ik, toen ik boek twee plande, ook ergens in mijn achterhoofd te bedenken. Dat het verhaal eerst een opera was zal er meer dan waarschijnlijk ook wel iets mee te maken gehad hebben, maar, misschien, heel misschien, moest ik ook maar meteen eens wat muziek bij deze personages verzinnen. Bewust doen wat onbewust zo goed was meegevallen.
U ziet de paniek de kamer binnen walsen. Wat met de spontaniteit? Het moment? De onverwachte gedachte? Dikke quatsch uiteraard. Negentiende-eeuwse romantische genie verhalen die in niets maar dan ook niets met de realiteit overeenstemmen. Paniek ruimt gracieus plaats voor overactieve Amerikaanse cheerleader-bendes.

Het is nog niet af, bijlange na niet, maar dit mag u weten: geen Tom Waits, Berg of Desprez deze keer maar één naam wel al zeker: Tash Sultana. Waarom? Dat kan u binnen dit en een jaar of twee dan in dat tweede boek lezen.
Geef een reactie