Er wordt me wel eens gevraagd hoe je dat dan wel doet, muziek schrijven. Welnu, een beetje kort door de bocht verschilt muziek schrijven in se niet zo heel erg veel van gewone teksten schrijven. Gewoon kwestie van te weten waar je naartoe wilt; welk soort tekst je wilt schrijven en welk verhaal je dan wel wilt vertellen. Kort, lang, ingewikkeld of simpel, the world is your oyster. Al zijn oesters natuurlijk notoir hard te kraken, laat dat echter de pret niet in de weg staan. Enkel nootjes in plaats van letters.
Ruwweg – heel erg ruwweg – kan je het te schrijven kleinood in twee categorieën opdelen: kort of lang. (Met uiteraard alles daar tussenin, I know, I know, nuances en al zo’n dingen. Eilaas, binnen het bestek van deze blog: nu even niet.)
Net als bij gewone tekst zijn ook bij muziek de korte stukjes veruit in de meerderheid. Iets korts, snappy en licht verteerbaar. Een nauwelijks geregistreerde bleep op de druk bevraagde aandachtsspanne. Het muzikale equivalent van de tweet met de duurzaamheid van een instagram story. In een rechte lijn op je doel af. Erg moeilijk onopzettelijk verdwaald te lopen.

De hoeveelheid werk die er mee gepaard gaat is zo goed als altijd recht evenredig. Zonder al te veel nadenken heb je zo een nieuwe post, desnoods meerdere per dag. Uiterst zeldzame, effectief de zin van het leven bevattende oneliners daar niet te na gelaten gaat het meestal om retweets, kattenfoto’s of het in 140 tekens al dan niet verdiend uitkafferen van deze of gene windbuil of attorney general. Een snedige quote – Herman’s haiku’s, Bill’s sonnetten, Paul’s Let it be – durft al eens te blijven hangen maar 99% verzuipt gewoonweg in de overvloed.
Een pak moeilijker maar tevens veel interessanter wordt het pas echt wanneer de duur of het aantal tekens niet langer de bepalende factor is Het vergt uiteraard wel wat meer planning. Iets meer moeite en inspanning. Schrijven in de wetenschap dat de klus niet in één dag geklaard zal zijn maar weleens weken of maanden zou kunnen gaan duren.

Een plan hebben durft dan al wel eens te helpen. Een begin, midden en einde. Vier delen voor een symfonie, drie voor een sonate, zes voor een suite alla Bach. Een groot iets opdelen in kleinere, behapbare stukken zeg maar. Er zijn er maar weinigen die Feldman-gewijs één enkel stuk zes uur kunnen (of willen) laten duren.
Die verschillende delen kunnen daarna uiteraard nog eens een aparte vorm krijgen. Snel – langzaam – snel, of omgekeerd. Deel één in sonatevorm, twee een variatie, drie een menuet en als uitsmijter een rondo; ik zeg maar iets. Of een nieuwe, hoogstpersoonlijke eigen structuur inplanten; the sky is the limit. Hoe er opgedeeld wordt en op welke manier is wat een componist of schrijver uiteindelijk doet. Het overzicht proberen te bewaren en onderweg de weg niet proberen te verliezen. Schrijven, altijd een beetje avontuur.
Geef een reactie