
Malum consilium quod mutari non potest. It’s a bad plan that cannot be changed. De Romeinen wisten het reeds. De Britten zijn het jammer genoeg precies vergeten. Dat wordt kil en koud ontwaken binnen dit en honderd dagen. Meer en meer ziet het er immers naar uit dat het een harde Brexit zal worden in maart. Niet omdat het niet anders kan, wel omdat het niet anders meer gezien kan worden. Met stiff upper lip en al gezellig de dieperik in. Dat ze de helft van het aanpalende continent in hun komende economisch malaise mee dreigen te sleuren is zelfs geen bleep op de Britse radar waardig.
In the beginning …
Het was nochtans zo mooi begonnen.
Toen nog premier David Cameron besloot in 2015, in zijn oneindige wijsheid, naar de stem van de kiezers te hengelen met de belofte van een door hem niet te verliezen gewaand referendum. Het was zo onverliesbaar dat hij en diegenen in zijn partij die er voor waren, eens verkozen, er amper campagne besloten voor te voeren. Viel dat even tegen. Cameron verliet glansloos de politieke arena en liet het lijmen van de gemaakte brokken over aan huidig premier Theresa May.

May was – net als Cameron – oorspronkelijk tegen het hele weggaan uit de EU maar vervelde algauw tot een broos uitziende maar onverwoestbare pilaar waarop de exit steunen kon. Tegen alle verwachtingen in (die van haar eigen partij nog het meest) ploeterde ze onvermoeibaar verder. Immer voorwaarts. Onverstoorbaar richting uitgang.
Haar calvarietocht kon op weinig applaus rekenen. Het door haar onderhandelde plan zal in januari – behoudens een laattijdig kerst mirakel – roemloos ten onder gaan in het Britse parlement.
De ene kant vindt het namelijk niet kunnen dat ze blijkbaar – na de uitstap – geen zeggenschap meer zullen hebben in de club waarvan ze geen deel meer wensen uit te maken. Stoute club! Stoute May! Kelderen! De andere kant vindt dan weer dat het allemaal veel te ver gaat en wil eigenlijk, en liefst van al, de club helemaal niet verlaten.
… because …
Alleen, het volk heeft gesproken. 51,9% was namelijk voor het verlaten van de club, een marginale minderheid van 48,1% tegen. Zelden werd een duidelijker signaal gegeven. Dat amper één uur na het einde van het referendum de meest gegoogelde zin “what does it mean to leave the EU?” was kon de democratische pret amper drukken. Dat de leave campagne de bevolking met schaamteloze leugens richting exit dirigeerde – en dit daags nadien ook zonder schroom op nationale televisie kwam toelichten – wierp amper een schaduw op het glansrijke resultaat. Dat de Remain campagne niet verder kwam dan wat vage economische bangmakerij gaf de Leave-mannen dat laatste beetje extra steun.
De beslissing is genomen. Alea iacta est. Na twee jaar onophoudelijk politiek gedreun is het Britse publiek murw geslagen. “Just get it over with” lijkt zowat het meest geuite sentiment te zijn momenteel, bij zowel Leave als Remain.
… and so …
Binnen precies honderd dagen is het dan eindelijk zo ver. Van een ordelijke Brexit kunnen we wellicht enkel dromen. 3500 soldaten staan paraat om regeringsdiensten te ondersteunen. 2 miljard pond wordt uitgetrokken om de eerste dramatische fall-out wat te temperen. In de supermarkten worden overal lege rekken verwacht door monsterfiles aan de havens wegens opnieuw douane. Het parlement maakt er zich klaar voor. Als dat niet geruststellend is.
Het zou een sketch van Monty Python kunnen zijn moest het niet om van te bleiten zijn. Uit pure koppigheid en een stilaan bijna kwaadaardig uitziende onwil een fout toe te durven geven, liever ten onder gaan dan op de eigen stappen terug te moeten keren; uit trots voor het reeds lang vergane Empire. Keeping face.
Vanuit Europees standpunt lijkt het onbegrijpelijk dat ze het ooit zo ver hebben laten komen. Zowel Leave als Remain zijn ontevreden en ondanks stijgend protest doen ze er toch genadeloos mee verder. Zelfs een tweede referendum wordt zonder veel pardon als onrealistisch en zelfs democratisch onwenselijk van de hand gewezen. Meestal enkel met het oog op het eigen toekomstige politieke gewin. Het blijft een onwezenlijk triest schouwspel.
… yet perhaps?
En nochtans hoeft het helemaal niet zo te lopen. Indien ze dat willen kunnen de Britten tot en met 29 maart eenzijdig beslissen om artikel 50 af te blazen, daar hebben de andere 27 lidstaten zelf niets op te zeggen. Meer zelfs, Europa zou wellicht niets liever willen dan dat de Britten blijven. Keer op keer reikt het de hand en werd tot nu toe steeds afgewezen. Dat de Britten ondanks all appearances niet het meest bescheiden volkje blijken te zijn is zo ondertussen wel geweten, desondanks blijft de Europese hand tot op het laatste uitgestoken. Nu nog kwestie van ze te nemen.
Malum consilium quod mutari non potest.
Geef een reactie