De zomer loopt stilaan ten einde. Geen zorgen, de temperaturen blijven nog wel even subtropisch – naar ik veronderstel, mijn ervaring met de werkelijke tropen beperken zich gelukkig maar tot beelden voorzien van een David Attenborough voice-over – maar nog een paar weken en het oogstseizoen trekt zichzelf onvermijdelijk weer op gang; gedaan met het zomerse nietsnutten, het lekker lui wezen. Tijd om de mensheid opnieuw in constant bezig zijn te vervoegen, of althans toch zo gepercipieerd te worden. Het moet. Het lijkt eerder op een pathologische aandoening dan op natuurlijk gedrag. Smartphone in de hand, oortjes in, busy, busy, busy.
Het werkelijke niets doen komt nochtans met een erg nuttig bijproduct: verveling. Het heeft de reputatie gekregen onprettig te zijn en dien ten gevolgen dan ook best te vermijden maar het is ironisch genoeg misschien wel een van de meest productieve toestanden waarin de menselijke geest zich kan bevinden. Het dwingt tot creativiteit, tot reflectie, tot nadenken. Het zet aan tot het ontdekken van nieuwe paden (al was het maar om de verveling op te laten houden). Het genereert vrij associatie. Appels en zwaartekracht. Het dient absoluut vermeden, lachen, selfie, instagram.
Hoe nuttig de meeste nieuwe technologieën ook zijn – ook ik zit nu aan een computer te typen en de post komt er al lang niet meer aan te pas – na een tijdje gaan ze gewoon in de weg zitten. Een week zonder internet of schermpjes en de dagen lijken gevuld met een zee van tijd, eens terug aangezet is de dag voorbij zonder het ooit goed en wel doorgehad te hebben. Ik ben niet onbevooroordeeld, ik heb geen smartphone, sinds een jaar of drie ook geen tv meer, ik ben vooringenomen, zeker. Het doet weinig ter zake, schrijven met de hand levert andere hoofdstukken op dan rechtstreeks getypt op de computer.
Zo las ik laatst het laatste boek van Oliver Sacks, Everything in Its Place: First Loves and Last Tales. In het slothoofdstuk maakt de gerespecteerde neuroloog zich grote zorgen over hoe wij als soort omgaan met elkaar en moderne communicatie. Hij staat daarin zeker niet alleen. De drang sociale media in gedachten de eigen privacy voor een paar likes te grabbel te gooien. Hoe we dan misschien wel meer informatie dan ooit te voren ter onzer beschikking hebben maar dat dit niet hetzelfde is als kennis. Het helpt niet om een diepgaand inzicht in de menselijke natuur of samenleving te ontwikkelen; het resulteert in een oppervlakkig en ongericht verstand.
Ik type en heb de grootste moeite om toch maar niet die browser open te klikken en te kijken of er misschien wel ergens wat nieuws is (dat is er zelden). De volgende paar hoofdstukken schrijf ik met de hand, op papier, buiten, zonder wifi, in de lommer.
Geef een reactie