Boekenpost

Begin augustus vroeg het Nederlandse literaire blad Boekenpost me of ik enkele vragen beantwoorden wou voor hun rubriek ‘Het Debuut’. Begin september verschenen mijn antwoorden in print. Voor zij die helaas niet geabonneerd zijn, bij deze:

 

1. Wanneer dacht je: ik ga een boek schrijven?

Als componist van hoofdzakelijk moderne klassieke muziek heb ik om den brode erg lang fulltime les gegeven in een middelbare school. Een goed jaar geleden kwam ik thuis te zitten met een burn-out, de discrepantie tussen de geprefereerde en gepercipieerde ik, dat soort dingen.
Het moet na een goeie maand thuis te zitten geweest zijn dat – laat op de avond en na een fles wijn – mijn vrouw me vroeg wat, indien ik eender wat mocht kiezen, het juist was dat ik wilde doen met de rest van mijn leven. Duidelijk een vraag voor laat op de avond na de nodige wijn. Ik kon aan niks anders denken dan dat ik altijd al wel eens een boek had willen schrijven.
Dus dat was mijn plan B? werd me voor de voeten geworpen. Alsof componist van moderne klassieke muziek worden monetair gezien zo’n schitterend plan A was, en dat ze desondanks toch maar mooi met mij getrouwd was, merkte ik schamper op. Wel, zei ze laconiek, doe dat dan maar, je zit nu toch thuis. Ik kon niet anders dan manhaftig: Awèl, ’t is goed! riposteren. We dronken nog een glas.
Ik had tot dan toe geen flauw idee hoe er eigenlijk aan een boek werd begonnen. Zo dus. Met een glas wijn en een vrouw die je aan tipsy bravoure uitspraken houdt.

2. Waarom móest dit boek er komen?

Omdat ik geen andere keuze had. Het was iets dat, eens de beslissing genomen, er gewoon moest komen. Een intrinsieke drive die moeilijk te bevatten en niet te stoppen was.

3. Heb je een groot voorbeeld? Wie heeft je het meest geïnspireerd?

Ik lees vrij veel, zowel fictie als non-fictie, maar kan niet zeggen een favoriet schrijver te hebben. Auteurs die ik erg graag lees en die me al dan niet bewust beïnvloed hebben zijn onder meer Anthony Burgess, Michail Boelgakov, Mary Beard, James Joyce, George Orwell, Aldous Huxley, …

4. Hoe verliep het schrijfproces? Wat is er aangepast vergeleken bij je eerste opzet?

Ik had geen enkel idee hoe er standaard aan een boek begonnen werd en dus pakte ik het aan zoals ik een lang muziekwerk aanpak: plannen. Ik had een enkele zin die ik best goed vond en een globaal idee waar ik ongeveer naar toe wou, genoeg om enkele ijkpunten uit te zetten. Eens daar was het een kwestie van alles enigszins coherent aan elkaar te rijgen. Best prettig werk.
De eerste opzet en het uiteindelijke resultaat verschillen, op een pagina of vijftig na, niet zo heel erg van elkaar. Details die uitgewerkt werden, verhaallijnen duidelijker gemaakt en brieven toegevoegd; losse eindjes aan elkaar knopen.

5. In hoeverre putte je voor het boek uit je eigen leven en ervaringen?

Moeilijk te zeggen. Het is geen autobiografische roman maar automatisch gebruik je je eigen referentiekader, wat je weet, wat je kent, etc… opzoekingswerk verrichten is één ding, de manier waarop je het nadien tot een verhaal smeedt, de manier waarop je je zinnen vormt, hoe je een personage iets laat zeggen weer iets anders. Het feit dat ik best geïnteresseerd ben in geschiedenis en dan de oudheid in het bijzonder heeft uiteraard een erg grote rol gespeeld in het tot stand komen van dit boek.

6. Heb je contact met andere schrijvers?

Neen. Geen bewuste keuze, zeker niet, het is gewoon niet het milieu waarin ik tot nog toe vertoefde.

7. Was het moeilijk om een uitgever te vinden?

Eigenlijk niet. Ik had een manuscript en stuurde het naar acht uitgeverijen. Ik had geen flauw idee waaraan ik begon of wat ik mocht verwachten. Ik denk dat ik het me nog het meest voorstelde zoals het er in de muziekwereld aan toe gaat: vooral geen antwoord. Tot mijn verbazing kreeg ik van zes van de acht een antwoord, zowel negatief als positief. Ik denk best wel wat geluk gehad te hebben.

8. Ben je tevreden met de ontvangst?

Persoonlijk ben ik erg tevreden dat het boek er überhaupt gekomen is, het lijkt nog steeds ietwat onwerkelijk. Wat er later van terecht komt, nu goed, dat is dan iets voor later.

9. Ben je al met een tweede boek bezig?

Ja, het ontwerp voor het tweede boek was al klaar voor ik ooit aan het eerste begon. Ik hoop een eerste versie tegen het najaar af te hebben.

10. Wat vind je de mooiste zin uit je boek, en waarom?

Een aantal zinnen schieten me spontaan te binnen maar aangezien kiezen moet misschien toch vooral deze:
“M. drijft in een eindeloze herhaling van de idee van een zee.”
door de manier waarop er in het hoofdstuk naar de zin toe gebouwd wordt en het beeld dat het daarbij oproept.