En dan kwam het er uiteindelijk toch nog van. Ik beloofde het u te laten weten, wanneer het af was. Dat is het dus, eigenlijk al even.
Een vertraging van twee maanden – en een beetje – meer was het ook niet. Minder dan even met de ogen knipperen in het licht der eeuwigheid. Soms dienen plannen gewoon veranderd te worden. Dat werden ze dan ook. We hadden een postmodern commentaar op de hedendaagse maatschappij gepland. Grote woorden voor een nog groter probleem waar maar weinigen wakker van lijken te liggen en waar – en dan al zeker met muziek – wellicht ook niet zo heel erg veel meer aan te doen valt. We zijn zelden van een kleintje vervaard geweest. En, als wij niet, wie wel? (Hybris? Wereldverbeteraars? Optimisme? Pessimisme? Wellicht van dat alles een beetje.)
Het werd een album met negen nummers.
En het dient gezegd, het is een steengoede plaat geworden. Iets waar ik muzikaal helemaal achter kan staan en we hopelijk ook snel live op een podium zullen kunnen brengen. De toekomst en uitwijzen en al dat soort dingen.
Het postmoderne commentaar werd – ongewild, ongepland, maar onontkoombaar – van een bijzonder grote dosis verdriet, verlangen, een vreemd soort optimisme, boosheid, verwarring, weemoed, en meer van al dat lekkers dat met rouw en groot onvoorzien verlies te maken heeft voorzien. Het maakte de oorspronkelijke boodschap wellicht wat diffuus; het kwam de muziek paradoxaal genoeg enkel ten goede.
Hoe graag ik het ook anders had gezien, hopelijk schreef ik een passend epitaaf. En, hoewel het eerste overweldigende verdriet ondertussen wel wat is gaan liggen, ik zal je daarom niet minder hard missen.
Geef een reactie